GroenLinks heeft scherpe milieueisen gesteld bij het plan van het college van Naarden om op de Borgronden woningen te gaan bouwen. ‘De nieuwe woonwijk moet tevens energieneutraal worden.’
De Naardense gemeenteraad gaf op 4 maart jongstleden groen licht aan het college van burgemeester en wethouders om een projectvoorstel uit te werken voor woningbouw op de Borgronden. Met de veertien verschillende grondeigenaren wil het college een gezamenlijk plan ontwikkelen voor een woonwijk van 200 tot 300 woningen in het middensegment (tussen de 200.000 en 350.000 euro per woning).
Stank
Maar zover is het nog niet. Het gebied, dat pal aan de A1 ligt, voldoet niet aan alle milieueisen. Nader onderzoek moet uitwijzen of het mogelijk is om hier een nieuwe woonwijk te realiseren die voldoet aan de wettelijke eisen voor onder andere fijnstof en geluidsoverlast. Bovendien ligt het gebied binnen de ‘geurcirkel’ van de smaakstoffenfabriek Givaudan. Dit bedrijf verspreidt zo veel geurhinder (in gewoon Hollands: stank) dat er op de Borgronden momenteel geen woningen gebouwd mogen worden. Givaudan gaat met de Provincie overleggen hoe het bedrijf de geuremissie met de beschikbare technieken zo kan beperken dat voldaan wordt aan de milieuwetgeving.
Risico’s voor gezondheid
Vorig jaar was de gemeenteraad al akkoord gegaan met de Structuurvisie Naarden-Bussum 2040, waarin is vastgelegd dat de Borgronden bestemd zijn voor woningbouw. Het project hier verwezenlijken betekent volgens GroenLinks grote risico’s voor het milieu en de volksgezondheid. Zo zette GroenLinks tijdens de afgelopen raadsvergadering vraagtekens bij een succesvolle aanpak van fijnstof. Raadslid Paul Straver: ‘De enige manier om fijnstof echt aan te pakken is door innovatieve maatregelen te nemen bij de bron. Maar dat zijn bijvoorbeeld maatregelen voor de A1 en daarvoor is het rijk aan zet. Mocht de A1 voor dit doel worden aangepakt, dan moet dat gecombineerd worden met maatregelen tegen geluidsoverlast van de hele snelweg tot Naarden-West.’
Duurzaamheid
GroenLinks wees de verantwoordelijk wethouder er ook nog eens uitdrukkelijk op, dat het woningbouwproject moet voldoen aan de uitgangspunten uit de structuurvisie op het gebied van duurzaamheid en levensloopbestendigheid. Straver: ‘Daarnaast moet er oog zijn voor de aanwezige landschappelijke kwaliteiten en cultuurhistorische en ecologische waarden van het gebied. En de wijk moet qua energieverbruik zelfvoorzienend worden. Dat betekent dat er in de wijk faciliteiten gebouwd moeten worden om nieuwe energiebronnen zoals onder andere zonne-energie, warmte-koude-opslag en geothermie te benutten en om de duurzaam opgewekte energie op te slaan. Gezien de beperkte hoeveelheid gas in de Nederlandse bodem is het nu verstandig om nieuw te bouwen wijken niet meer op het gasnet aan te sluiten. Bovendien steun je met gas en olie dubieuze regimes, hou je innovaties tegen en belast je het milieu.’
Wij zullen in Nederland en in de rest van de wereld moeten wennen aan het idee dat gas en olie niet vervangen worden door enkele duurzame energiebronnen, maar door een veelheid daarvan.
Thomas Friedman zei daarover (vertaald): De steentijd eindigde niet omdat de stenen op waren, maar omdat we een beter alternatief hadden gevonden.