‘Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar leven en omgeving.’  Deze zin uit de Troonrede 2013 wordt veel geciteerd om de participatiesamenleving toe te lichten.

Er zijn hoge verwachtingen van burgers, die als vrijwilliger de handen uit de mouwen steken. De zelfredzame participatie (zelf aan de slag gaan, bijvoorbeeld door een voorziening draaiende te houden of de buurt schoon te maken) is een andere vorm van actieve betrokkenheid dan de beleidsbeïnvloedende participatie. Bij deze vorm gaat het erom dat invloed kan worden uitgeoefend op het beleid van een instantie, bijvoorbeeld als een gemeente in een buurt nieuwbouwplannen heeft. Het is gebruikelijk, ook in Naarden, om hierbij participatieniveaus te onderscheiden [1]. De verhouding tussen zelfredzame en beleidsbeïnvloedende participatie blijkt per gemeente te verschillen. 

Onlangs publiceerde het Sociaal en Cultureel Planbureau een brede verkenning van ontwikkelingen in burgerparticipatie [2]. Het is een leerzame publicatie met handreikingen voor wie werk wil maken van het actief betrekken van (groepen) burgers bij gemeentelijk beleid. Ervaringen van vroeger tot nu, uit binnen- en buitenland komen aan bod.  

Naarden, Bussum en Muiden bereiden zich voor op een fusie. Er wordt stevig nagedacht over het reilen en zeilen in die toekomstige gemeente, zoals over werkzame vormen van burgerparticipatie. Wil de Vries-Kempes, in de collegeperiode januari 2011- april 2014 wethouder Bewonersparticipatie en Leefomgeving in Naarden, gaat in een serie weblogs in op wat er lokaal te leren valt van anderen vanuit de invalshoeken:

  • Zelfredzame en beleidsbeïnvloedende participatie  
  • Historisch en toekomstig perspectief van participatie
  • Participatie als bezuinigingsmaatregel

Hier het eerste blog in de serie Burgerparticipatie.

In Nederland is de Noord-Limburgse gemeente Peel en Maas (ruim 43.000 inwoners; sinds 1 januari 2010 ontstaan uit een fusie van de vroegere gemeenten Helden, Kessel, Meijel en Maasbree) een van de eerste gemeenten die de overstap maakten van de gangbare gemeentelijke dienstverlening naar ondersteuning van zelfsturing door burgers. Bewoners worden door ‘zelfsturing’ aangemoedigd zoveel mogelijk zelf het initiatief te nemen en projecten, eventueel in samenwerking met de gemeente, te voltooien. Onder het motto ‘de wissels om’ is er in Peel en Maas een ontwikkeling gaande om, zeker bij de decentralisaties, de rol van inwoners te vergroten. Inwoners bepalen zelf ‘of en hoe ze een voorziening in stand willen houden’. Gemeente en gemeenschappen ‘maken samen afspraken welke voorzieningen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente (blijven) vallen en welke voorzieningen tot de verantwoordelijkheid van burgers horen’. Peel en Maas wordt in de publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau samen met Berkelland, Emmen, Schouwen-Duiveland en Zeist genoemd als voorhoedegemeenten met een actief participatiebeleid [3]. 

Lokale optiek

Naarden kent, verspreid over de gemeente, buurtplatforms die in toenemende mate op eigen initiatief een onderling netwerk vormen. Deze verenigingen van bewoners zetten zich in voor onderwerpen als de kwaliteit van wonen en woonomgeving, vergroten van onderlinge betrokkenheid in de buurt/wijk en de veiligheid. Voor de gemeente zijn de buurtplatforms structurele samenwerkingspartners. Er is sprake van een mengvorm van zelfredzame participatie en beleidsbeïnvloedende participatie. 

Door activiteiten op ontwikkellocaties als Bekkersschoolterrein, Storkterrein, beide zijden van de Amersfoortsestraatweg, Naarderbos en het centrum van de Keverdijk is in de collegeperiode 2011-2014 veel aandacht uitgegaan naar verbetering van de beleidsbeïnvloedende participatie. Gaande de ontwikkeltrajecten op bouwlocaties is de gemeentelijke projectaanpak herzien (Notitie Projectmatig Werken, 2013) en is participatiebeleid verankerd in de Kadernota Burgerparticipatie, 2013. Overigens, niet nadat lering werd getrokken uit de pilotprojecten Riolering/Herinrichting Componistenkwartier/Rembrandtpark (uitvoeringsproject) en Parkeerbeleid (beleidsproject). Voor het ambtelijk apparaat betekenen de aanpassing van het Projectmatig Werken en de aandacht voor participatieprocessen helemaal in de beginfase van een project een nadrukkelijke cultuuromslag. 

De gemeente heeft baat bij de wijsheid van haar burgers. Immers, samen worden de beste plannen gemaakt. Er is prominent aandacht voor ‘crowdsourcing’ als instrument om via een open podium ideeën, vernieuwingen en verbeteringen bij bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties op te halen.  

Voor wat betreft de zelfredzame participatie richt de lokale aandacht zich voornamelijk op de fysieke omgeving  (bijv. inrichting van speelplekken, schouw van de woonomgeving, knotten van wilgen, beheer en onderhoud van een dierenweide). Bij onderhoud en beheer van de openbare ruimte wordt in afstemming met Bussum en Muiden wijkgericht gewerkt. De buurtplatforms zijn voor de gemeente als het ware ‘de oren en ogen van de buurt’. Momenteel is het voornamelijk de gemeente die de regie voert over de werkzaamheden in de openbare ruimte, meestal na raadpleging van bewoners. Naarden kent succesvolle voorbeelden van zelfsturing, zoals de totstandkoming van de Stichting Oude Begraafplaats Naarden, waardoor op initiatief van vrijwilligers, de cultuurhistorische waarde van de begraafplaats is behouden. 

Leren van anderen

De (inter)nationale verkenningen door het SCP maken duidelijk dat een hoog niveau van zelfredzame burgerparticipatie op lokaal niveau mogelijk is als er een noodzaak is om zelf collectieve voorzieningen te verzorgen. Een stimulans voor participatie is autonomie. Dat leidt tot vragen over de mate waarin de gemeente activiteiten loslaat of actief betrokken blijven. Dit dilemma speelt overal. Gespreksthema’s zijn daarbij vanuit de gemeente gezien: gelijke toegankelijkheid, minimale kwaliteit en veiligheid van voorzieningen.  Voor bewoners zijn de beschikbare tijd en vaardigheden en de mate van verbondenheid met straat, buurt, wijk of gemeente van belang. Bovendien wensen inwoners de ruimte zelf initiatieven te ontwikkelen en uit te voeren (Tonkens, 2008) in plaats van het uitvoeren van opgelegde taken. 

De verkenningen rond beleidsparticipatie leiden niet tot ondubbelzinnige lessen over wat werkzaam is en wat niet. Onderzoek in Nederlandse gemeenten die veel ervaring hebben met burgerparticipatie wijst erop dat bewoners in meerderheid vinden dat hun actieve inbreng leidt tot beter beleid dat tegelijkertijd beter aansluit bij wat mensen willen. 

Tenslotte

In Naarden is de afgelopen jaren de positie van bewoners ten opzichte van de gemeente versterkt. Toch is er geen reden voor zelfgenoegzaamheid. Vooral de zelfredzame participatie verdient veel meer aandacht. De valkuil is dat de gemeente in een bezuinigingsdrift taken afstoot, in de hoop  dat burgers die overnemen. Een valkuil is bovendien dat de gemeente in haar regisseursrol prioriteiten stelt die niet aansluiten bij wat mensen belangrijk vinden. De wijze waarop de gemeente Peel en Maas de waarde van ‘zelfsturing’ benadert, is voor Naarden en haar fusiepartners een rijk voorbeeld. 

Er zijn in Naarden volop kansen om in samenwerking met de buurtplatforms zicht te krijgen op de verbondenheid van bewoners met straat, buurt, wijk en stad en aan te sluiten bij hun initiatieven. Net als in Peel en Maas – is dat van grote waarde voor het toekomstige kernenbeleid.  

   
Voetnoten
[1] Participatieniveaus zijn:
-informeren (participant = toehoorder),
-raadplegen (participant = geconsulteerde),
-adviseren (participant = adviseur),
-coproduceren (participant = samenwerkingspartner),
-meebeslissen (participant = medebeslisser),
-zelforganisatie/zelfbeheer (groepen nemen zelf het initiatief om in eigen beheer voorzieningen tot stand te brengen en te onderhouden).
[2] Burgermacht op eigen kracht?, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag (SCP, 2014-7),
[3] De Rekenkamercommissie Peel en Maas heeft in januari 2014 gerapporteerd over het onderzoek ‘Klaar voor de participatiesamenleving?’ De commissie onderzocht de bereidheid van burgers om bezuinigingen en decentralisaties op te vangen.