Ik wil daar verandering in brengen. Voor GroenLinks is werk de beste vorm van sociale zekerheid. Werk bestrijdt armoede, geeft zingeving, stimuleert ontwikkeling en emancipeert. Werk gun je iedereen. Maar op dit moment is er simpelweg te weinig werk. Veel mensen in de Gooi en Vechtstreek vinden geen werk dat aansluit bij hun capaciteiten of ambities, of daar zelfs maar bij in de buurt komt. Met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt is het dringen. GroenLinks wil dat het gemeentebestuur in samenwerking met regionale partners en werkgevers inzet op het aan het werk krijgen en houden van onze inwoners. Dat biedt financiële en economische voordelen (lagere uitgaven voor uitkeringen, meer lokale bestedingen) en levert vooral ook maatschappelijke winst op.
Wat moet er concreet gebeuren? Op basis van mijn professionele kennis en ervaring –sinds 2010 werk ik als bestuursadviseur van het Amsterdamse College van B&W met als specialisatie werk en arbeidsmarktbeleid- heb ik wel ideeën. Maar of deze ook opgaan voor de Gooi en Vechtstreek weet ik nog niet zeker. Daarvoor wil ik eerst beter zicht krijgen op de werking van regionale arbeidsmarkt. Dat is de reden dat ik de komende maanden een aantal gesprekken voer met (ervarings)deskundigen op basis waarvan ik met concrete voorstellen hoop te komen. Via blogs op de GroenLinks-website doe ik verslag van deze gesprekken.
Het eerste gesprek voerde ik op 4 juni jl. met Leo Leijten bij de Landgoedwinkel De Rading in Hilversum. De Landgoedwinkel is een bijzondere combinatie van winkel, kwekerij en horeca, prachtig gelegen op de grens van Hilversum en Loosdrecht. In de Landgoedwinkel werken hoofdzakelijk mensen vanuit de Tomingroep, de sociale werkvoorziening voor de Gooi en Vechtstreek, Eemnes en Almere. Leo is Teamleider Accountmanagement bij de Tomingroep. Vanuit die rol heeft hij veel contacten met werkgevers in onze regio over het bieden van kansen aan mensen met een arbeidsbeperking. In een geanimeerd gesprek gingen we op zoek naar de kansen voor meer werk voor mensen aan de onderkant. We kwamen samen tot de volgende conclusies:
- Er is door de rijksbezuinigingen een noodzaak voor bedrijven in de sociale werkvoorziening (SW) om meer mensen met een beperking die nu nog in een (laagproductieve) beschutte omgeving werken bij echte werkgevers aan de slag te krijgen op basis van detachering of echt dienstverband in combinatie met begeleiding. Dit vraagt om een andere manier van werken van de SW-bedrijven.
- Gemeenten staan voor een zelfde opgave, zeker nu zij per 1 januari 2015 ook verantwoordelijk worden voor de arbeidsre-integratie van mensen die niet langer kunnen instromen in de Wajong of de sociale werkvoorziening. Ook zij moeten met echte werkgevers in de slag om het aantal mensen dat afhankelijk is van bijstand terug te dringen.
- De economische structuur van de Gooi en Vechtstreek biedt naar verhouding weinig kansen op (extra) werk voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Dit komt met name door de kleine secundaire sector in de regio: er is weinig echt productiewerk.
- Gemeenten doen voor veel publieke diensten (bijv. de groenvoorziening of schoonmaak van openbare gebouwen) al een beroep op de Tomingroep. Hierin zit weinig ruimte voor meer werk, ook door de bezuinigingen waar gemeenten voor staan.
- Het beter en slimmer toepassen van Social Return –oftewel het opnemen van sociale voorwaarden, eisen en wensen in een inkoop- of aanbestedingstraject opdat leveranciers een bijdrage kunnen leveren aan de werkgelegenheid binnen de regio- biedt nog wel mogelijkheden op werk voor mensen met een uitkering. Het is daarbij zaak te zoeken naar innovatieve invullingen van social return die aansluiten bij de behoeften van zowel de overheid als de betreffende leverancier. Dit wiel is al uitgevonden bij andere gemeenten.
- Ondanks de lastige economische structuur van de regio liggen er nog kansen op werk bij regionale werkgevers (ook in de dienstverlening) voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld door specifiek omschreven werkzaamheden (bijvoorbeeld verpakkingswerkzaamheden) uit te besteden aan de Tomingroep (op basis van groepsdetachering). Of door het opknippen van functies in gespecialiseerd en ongeschoold werk (in jargon: jobcarving). Werk uit de laatste categorie kan een interessante baan opleveren voor mensen met een beperking. Dan gaat het bijvoorbeeld om het rondbrengen van interne post of het uitvoeren van licht-administratieve werkzaamheden.
- Hoewel het dus bij echte werkgevers moet gebeuren is de dienstverlening die momenteel vanuit uitkeringsverstrekkende instanties aan werkgevers wordt geboden nog suboptimaal. Er is ondanks een wettelijke verplichting nog amper sprake van een professionele regionale werkgeversbenadering in de Gooi en Vechtstreek. Publieke partijen als UWV, sociale diensten en de Tomingroep kunnen de samenwerking nog verder versterken. De gemeente Hilversum zou hierbij als centrumgemeente een leidende rol moeten spelen. Hier is nog veel winst te boeken, bijvoorbeeld door meer werkgevers benaderen met een breder aanbod van mensen, betere kwaliteit van dienstverlening en goedkoper werken door samenwerking).
- Werkgevers in de regio hebben –mede als gevolg van het ontbreken van goede voorlichting vanuit de regionaal opererende overheden- nog nauwelijks kennis van afspraken die werkgevers en werknemers in 2013 hebben gemaakt over het creëren van 125.000 extra banen voor mensen met een beperking tot en met 2026. Ook is er weinig kennis over de verschillende arrangementen voor werkgevers en de ondersteunende instrumenten die daarbij horen om werkgevers te ontzorgen. Denk daarbij aan zaken als jobcoaching, het doorvoeren van werkplekaanpassingen en loonkostensubsidies om te compenseren voor de lagere productie. Ook hier is dus nog winst te boeken.
Ik bekijk dingen graag van de zonnige kant: er zijn in de Gooi en Vechtstreek nog volop kansen om meer mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt aan de slag te krijgen bij regionale werkgevers. Heel concreet zou in regio werk gemaakt kunnen en moeten worden van een professionelere toepassing van social return die ook aansluit bij de arbeidsmarktbehoefte van de betreffende leverancier. En het is cruciaal om snel te komen tot een gezamenlijke vraaggerichte werkgeversbenadering waarbij UWV, gemeenten en de Tomingroep samenwerken om met werkgevers op zoek te gaan naar de kansen en hen bij de invulling zo goed mogelijk te ontzorgen. Want één ding is duidelijk: zonder partnerschappen met werkgevers komen er nooit extra banen. Gek toch dat dit aspect nog nauwelijks op de radar staat van het gemeentebestuur in Naarden.